Introductie: Voor een vierkante matrix geldt dat het aantal kolommen gelijk is aan het aantal rijen: m=n. (Zie Extra uitleg: speciale matrices.)
Definitie:
Opmerkingen:
Voorbeelden:
I4=(1000010000100001),A=(503√206−293−2012√2912−3),B=(384151480)
I4 is een 4×4 eenheidsmatrix, A is een symmetrische 4×4 matrix en B is een niet-symmetrische 3×3 matrix:
BT=(314858410).
Definitie:
- Een speciale vierkante matrix is de eenheidsmatrix (of identiteitsmatrix) In. Deze n×n matrix bevat enen op de hoofddiagonaal en verder alleen nullen.
- Een symmetrische matrix is een vierkante matrix waarvoor geldt A=AT, waarbij AT de matrix is die je verkrijgt als je de rijen van A verwisselt met de kolommen van A.
Opmerkingen:
- Inv_=v_ voor ieder n×1 vector v.
- De eenheidsmatrix is symmetrisch.
Voorbeelden:
I4=(1000010000100001),A=(503√206−293−2012√2912−3),B=(384151480)
I4 is een 4×4 eenheidsmatrix, A is een symmetrische 4×4 matrix en B is een niet-symmetrische 3×3 matrix:
BT=(314858410).