Inleiding: Een matrix is een rechthoekig schema met getallen, waarbij de getallen zijn geordend in rijen en kolommen. Een m×n-matrix bevat m rijen en n kolommen.
Definitie:
Voorbeelden
A=(512714),B=(43847√20650134−10203),C=(602)
B is een vierkante matrix en C is een vector. Dus C noteren we met c_.
Definitie:
- Als het aantal rijen en kolommen gelijk is (m=n), dan noemen we een matrix vierkant.
- Een n×1 matrix (een matrix met slechts één kolom) noemen we een vector.
Voorbeelden
A=(512714),B=(43847√20650134−10203),C=(602)
B is een vierkante matrix en C is een vector. Dus C noteren we met c_.