Definitie: Een matrix is een rechthoekig schema met getallen, waarbij de getallen zijn geordend in rijen en kolommen. Een $m\times n$-matrix bevat $m$ rijen en $n$ kolommen.

Voorbeelden
$$\begin{equation}
A=
\begin{pmatrix}
5 & 1\\
2 & 7\\
1 & 4\\
\end{pmatrix}, \quad
B=
\begin{pmatrix}
4 & 3 & 8 & 4\\
7 & \sqrt{2} & 0 & 6\\
5 & 0 & 1 & \frac{3}{4}\\
-10 & 2 & 0 & 3\\
\end{pmatrix}, \quad
C=
\begin{pmatrix}
6\\
0\\
2\\
\end{pmatrix}.
\end{equation}$$

Matrix $A$ is een $3\times 2$-matrix en bevat $3\cdot 2=6$ getallen. Matrix $B$ is een $4\times 4$-matrix en bevat $4\cdot 4=16$ getallen.  Matrix $C$ is een $3\times 1$-matrix en bevat $3\cdot 1=3$ getallen.