We bekijken in dit voorbeeld een driepersoons coöperatief spel en zullen hiervan alle coalities bepalen.
- We hebben in totaal drie spelers, dus de grote coalitie bestaat uit deze drie spelers: N={1,2,3}.
- We moeten verder kijken naar alle deelverzamelingen van deze drie spelers; eerst de deelverzamelingen met daarin één speler; deze worden de éénpersoonscoalities genoemd: {1}, {2} en {3}.
- We hebben ook drie deelverzamelingen met twee spelers (de tweepersoonscoalities): {1,2}, {1,3} en {2,3}.
- Ten slotte hebben we ook nog een deelverzameling zonder spelers: de lege verzameling ∅.
Een overzicht van alle coalities staat in de tabel hieronder.
Coalitie | Notatie | Aantal |
---|---|---|
De lege coalitie | ∅ | 1 |
De éénpersoonscoalities | {1}, {2} en {3} | 3 |
De tweepersoonscoalities | {1,2}, {1,3} en {2,3} | 3 |
De grote coalitie | N={1,2,3} | 1 |
Dit zijn dus in totaal 8 coalities.