De eerste stap voor het oplossen van een ongelijkheid is het op nul stellen van de ongelijkheid. We brengen dus de ongelijkheid in de vorm $f(x)\geq 0$,$f(x)>0$, $f(x)\leq 0$ of $f(x)<0$.
In de tweede stap vinden we de punten waar $f$ niet gedefinieerd is en de nulpunten van $f$.
In de derde stap gebruiken we de getallen die we in de tweede stap gevonden hebben om het domein van $f$ op te delen in intervallen. In elk van de intervallen is de functie ofwel positief, ofwel negatief. Een functie kan namelijk alleen negatieve EN positieve waarden op een interval hebben als het ergens op dat interval ook de waarde $0$ aanneemt (of ongedefinieerd is). Dit betekent dat je voor uit interval een willekeurige $x$ kunt kiezen om het teken van dat interval te bepalen. (We nemen hierbij aan dat de functie continu is op het domein van de functie. We gaan in deze E-learing omgeving verder niet in op het begrip continuïteit. Alle functies die we gebruiken voldoen hieraan.)
In de tweede stap vinden we de punten waar $f$ niet gedefinieerd is en de nulpunten van $f$.
In de derde stap gebruiken we de getallen die we in de tweede stap gevonden hebben om het domein van $f$ op te delen in intervallen. In elk van de intervallen is de functie ofwel positief, ofwel negatief. Een functie kan namelijk alleen negatieve EN positieve waarden op een interval hebben als het ergens op dat interval ook de waarde $0$ aanneemt (of ongedefinieerd is). Dit betekent dat je voor uit interval een willekeurige $x$ kunt kiezen om het teken van dat interval te bepalen. (We nemen hierbij aan dat de functie continu is op het domein van de functie. We gaan in deze E-learing omgeving verder niet in op het begrip continuïteit. Alle functies die we gebruiken voldoen hieraan.)