Betrouwbaarheid

Door te experimenteren kunnen we vaak van tevoren een goede inschatting maken van de kans dat er een fout optreedt in een bit, bijvoorbeeld doordat er ruis optreedt bij het versturen of het aflezen van de bit.

Voorbeeld Beschouw de standaard ASCII-code.
Stel dat we weten dat er een kans van $5\%$ is dat een bit verkeerd wordt afgelezen.

Wanneer we geen pariteitsbit gebruiken is de kans dat de boodschap (een rijtje van $7$ bits) \textbf{correct} wordt afgelezen gelijk aan $0.95^7\approx 70\%$. In maar liefst $100-70=30\%$ van de gevallen wordt een fout dus niet herkend.

Met pariteitsbit wordt de kans dat de boodschap (een rijtje van $\textbf{8}$ bits) \textbf{correct} wordt afgelezen gelijk aan $0.95^8\approx 66\%$. Echter, indien er precies één fout optreedt, dan wordt deze fout ook herkend (het aantal enen is dan niet meer even). De kans hierop is $0.05^1\cdot0.95^7\cdot\binom{8}{1}\approx 28\%$. In slechts $100-66-28=6\%$ van de gevallen wordt een fout dus niet herkend.

Conclusie: toevoeging van een pariteitsbit, verlaagt de kans op onopgemerkte leesfouten van $30\%$ naar slechts $6\%$.

Merk op dat ook $3$, $5$ of $7$ leesfouten zullen worden opgemerkt (aangezien het aantal enen dan niet meer even is). De kans op onopgemerkte leesfouten bij gebruik van een pariteitsbit wordt zo nog verder verlaagd tot $5\%$.