Uit de paragrafen fouten herkennen en fouten herstellen blijkt dat het foutherkennend en foutherstellend vermogen van een code sterk afhangt van de gebruikte codewoorden. Een codewoord bestaat uit een combinatie van informatiebits en controlebits. Aan de ene kant willen we zo veel mogelijk controlebits toevoegen, omdat we daarmee de kans vergroten om (meerdere) fouten te herkennen en herstellen. Aan de andere kant verlaagt de aanwezigheid van controlebits de informatiedichtheid van de code, waardoor we meer bits moeten versturen tussen verzender en ontvanger. Deze wisselwerking zorgt er voor dat we controlebits op een slimme manier moeten kiezen.
In deze paragraaf bekijken we enkele codes die gebruik maken van speciaal gekozen controlebits.
In deze paragraaf bekijken we enkele codes die gebruik maken van speciaal gekozen controlebits.