1. Home
  2. Wiskunde B
  3. Algebraïsche Vaardigheden
  4. Vergelijkingen oplossen
  5. Logica
  6. Opgave 1

Opgave 1

Welke van de onderstaande combinaties van beweringen klopt.

dier ⇒ paard, vierkant ⇔ rechthoek
paard ⇒ dier, vierkant ⇔ rechthoek

paard ⇒ dier, vierkant ⇒ rechthoek

dier ⇔ paard, vierkant ⇔ rechthoek

Welke van de onderstaande combinaties van beweringen klopt.

Antwoord 1 correct
Fout
Antwoord 2 optie

paard ⇒ dier, vierkant ⇒ rechthoek

Antwoord 2 correct
Correct
Antwoord 3 optie
paard ⇒ dier, vierkant ⇔ rechthoek
Antwoord 3 correct
Fout
Antwoord 4 optie
dier ⇒ paard, vierkant ⇔ rechthoek
Antwoord 4 correct
Fout
Antwoord 1 optie
dier ⇔ paard, vierkant ⇔ rechthoek
Antwoord 1 feedback
Fout: Als het een dier is, dan hoeft het geen paard te zijn.

Zie Logica.
Antwoord 2 feedback
Correct: Als het een paard is, dan is het een dier. En als het een vierkant is dan is het een rechthoek.

Ga door naar de volgende opgave.
Antwoord 3 feedback
Fout: Als het een rechthoek is, dan hoeft het geen vierkant te zijn.

Zie Logica.
Antwoord 4 feedback
Fout: Als het een rechthoek is, dan hoeft het geen vierkant te zijn.

Zie Logica.