Een bankroetprobleem wordt gegeven door $(N,E,c)$:
- $N=\{1,2,3\}$,
- $E=50$,
- $c=(45,40,30)$.
Bepaal de verdeling volgens de aangepaste proportionele regel.
$(10\frac{5}{8},15\frac{5}{8},23\frac{3}{4})$
$(23\frac{1}{3},18\frac{1}{3},8\frac{1}{3})$
Geen van de andere opties is correct.
$(19\frac{13}{23},17\frac{9}{23},13\frac{1}{23})$
Correct: De minimum recht-vector is $(0,0,0)$ en niemand claimt meer dan het beschikbare bedrag. Daarom is de aangepaste proportionele regel gelijk aan de proportionele regel.
Probeer Opgave 2.
Fout: Kijk eens goed naar de minimum recht-vector.
Zie Voorbeeld.
Fout: Kijk nog eens goed hoe je de minimum recht-vector bepaald.
Fout: Het goede antwoord staat er echt tussen.
Probeer de opgave nogmaals.