Een bankroetprobleem wordt gegeven door $(N,E,c)$:
- $N=\{1,2,3\}$,
- $E=50$,
- $c=(45,40,30)$.
Drie bankroetregels (de proportionele regel, de constrained equal awards regel en de run-to-the-bank regel) stellen de volgende verdelingen voor:
- $\text{PROP}(N,E,c)=(19\frac{13}{23},17\frac{9}{23},13\frac{1}{23})$,
- $\text{CEA}(N,E,c)=(16\frac{2}{3},16\frac{2}{3},16\frac{2}{3})$,
- $\text{RTB}(N,E,c)=(20,17\frac{1}{2},12\frac{1}{2})$.
Wat is de Shapleywaarde van het spel $v_{E,c}$?
$(13\frac{1}{23},17\frac{9}{23},19\frac{13}{23})$
$(16\frac{2}{3},16\frac{2}{3},16\frac{2}{3})$
Geen van de andere opties is correct.
$(12\frac{1}{2},17\frac{1}{2},20)$
Fout: Volgens de stelling geldt dat de RTB-regel van een bankroetprobleem dezelfde verdeling geeft als de Shapleywaarde van het bijbehorende spel.
Fout: De Shapleywaarde is gerelateerd aan een andere bankroetregel.
Probeer de opgave nogmaals.
Fout: De Shapleywaarde is gerelateerd aan een andere bankroetregel.
Probeer de opgave nogmaals.
Correct: Volgens de stelling geldt dat de RTB-regel van een bankroetprobleem dezelfde verdeling geeft als de Shapleywaarde van het bijbehorende spel.
Probeer Opgave 2.