Laat een driepersoonsspel (N,v) gegeven zijn door onderstaande tabel.

S {1} {2} {3} {1,2} {1,3} {2,3} {1,2,3}
v(S) 10 0 5 20 15 15 30

De verdeling x wordt gegeven door (x1,x2,x3)=(15,a,15a). Voor welke waarden van a is x een element van de imputatieverzameling?

a=30

0a10

5a10

5a15

Laat een driepersoonsspel (N,v) gegeven zijn door onderstaande tabel.

S {1} {2} {3} {1,2} {1,3} {2,3} {1,2,3}
v(S) 10 0 5 20 15 15 30

De verdeling x wordt gegeven door (x1,x2,x3)=(15,a,15a). Voor welke waarden van a is x een element van de imputatieverzameling?

Antwoord 1 correct
Correct
Antwoord 2 optie

5a10

Antwoord 2 correct
Fout
Antwoord 3 optie

a=30

Antwoord 3 correct
Fout
Antwoord 4 optie

5a15

Antwoord 4 correct
Fout
Antwoord 1 optie

0a10

Antwoord 1 feedback

Correct: Speler 2 krijgt minstens 0, omdat v({2})=0, dus x2=a0. Speler 3 krijgt minstens 5, omdat v({3})=5. Dus er geldt dat

x3=15a5,155+a,10a.

Dus er geldt inderdaad dat 0a10.

Antwoord 2 feedback

Fout: Speler 2 kan ook minder krijgen.

Zie Extra uitleg en Voorbeeld 2.

Antwoord 3 feedback

Fout: Er wordt in totaal 30 verdeeld en omdat speler 1 al 15 krijgt, kan speler 2 nooit 30 krijgen. Speler 3 moet dan namelijk bijbetalen terwijl hij alleen 5 krijgt.

Zie Extra uitleg en Voorbeeld 2.

Antwoord 4 feedback

Fout: Speler 3 krijgt minstens 5 en speler 2 kan ook minder krijgen dan 5.

Zie Extra uitleg en Voorbeeld 2.