In de tabel hieronder is een bankroetspel gegeven.
$S$ | $\{1\}$ | $\{2\}$ | $\{3\}$ | $\{1,2\}$ | $\{1,3\}$ | $\{2,3\}$ | $N$ |
$v_{E,c}(S)$ | $0$ | $1$ | $0$ | $6$ | $4$ | $5$ | $10$ |
Wat is het bijbehorende bankroetprobleem?
Het bankroetprobleem wordt gegeven door $(N,E,c)$:
- $N=\{1,2,3\}$,
- $E=10$,
- $c=(6,4,5)$.
Het bankroetprobleem wordt gegeven door $(N,E,c)$:
- $N=\{1,2,3\}$,
- $E=15$,
- $c=(6,4,5)$.
Het bankroetprobleem wordt gegeven door $(N,E,c)$:
- $N=\{1,2,3\}$,
- $E=10$,
- $c=(0,1,0)$.
Het bankroetprobleem wordt gegeven door $(N,E,c)$:
- $N=\{1,2,3\}$,
- $E=10$,
- $c=(5,6,4)$.
Correct:
- $E=v_{E,c}(N)$
- $c_1=E-v_{E,c}(\{2,3\})=10-5=5$
- $c_2=E-v_{E,c}(\{1,3\})=10-4=6$
- $c_3=E-v_{E,c}(\{1,2\})=10-6=4$
Probeer Opgave 3.
Fout: Het is niet zo dat $c_1$ gelijk is aan $v(\{1,2\})$.
Zie Voorbeeld 1.
Fout: Voor een bankroetprobleem geldt juist niet dat $E$ gelijk is aan $\sum_{i \in N}c_i$.
Zie Bankroetproblemen.
Fout: Het is niet zo dat $c_1$ gelijk is aan $v(\{1\})$.
Zie Bankroetspel.