Introductie: Een functie van de vorm $y(x)=ax+b$, waarbij $a$ en $b$ getallen zijn ($a\neq 0$) wordt een lineaire functie genoemd.
Nulpunt: Om het snijpunt van de grafiek van een lineaire functie $y(x)=ax+b$ met de $x$-as te bepalen, berekenen we het nulpunt van de functie $y(x)$,
$$\begin{align}
y(x)=0 &\Leftrightarrow ax+b = 0\\
&\Leftrightarrow ax=-b\\
&\Leftrightarrow x=-\frac{b}{a}.
\end{align}$$
Een punt met de coördinaten $(-\frac{b}{a},0)$ is dus een snijpunt van de grafiek van een lineaire functie met de $x$-as. Omdat een lineaire functie $y(x)=ax+b$ slechts één nulpunt heeft, heeft de grafiek ook maar één snijpunt met de $x$-as.
Nulpunt: Om het snijpunt van de grafiek van een lineaire functie $y(x)=ax+b$ met de $x$-as te bepalen, berekenen we het nulpunt van de functie $y(x)$,
$$\begin{align}
y(x)=0 &\Leftrightarrow ax+b = 0\\
&\Leftrightarrow ax=-b\\
&\Leftrightarrow x=-\frac{b}{a}.
\end{align}$$
Een punt met de coördinaten $(-\frac{b}{a},0)$ is dus een snijpunt van de grafiek van een lineaire functie met de $x$-as. Omdat een lineaire functie $y(x)=ax+b$ slechts één nulpunt heeft, heeft de grafiek ook maar één snijpunt met de $x$-as.